menu

Slecht schaken en toch een fantastische week

Eric de Winter

Hoe kun je met een score van 3,5 uit 9 tevreden terugkijken op een toernooiweek? Dat kan, laten we mijn ‘dagboekje’ volgen. Ik ga voor de 10e keer deelnemen aan het Reykjavík Open, alle toernooien vanaf 2012, het jaar dat het voor het eerst in de nieuwe locatie wordt gespeeld. Het toernooi heeft nog een veel langere traditie, de eerste aflevering was in 1964 met als winnaar Tal. In ‘mijn’ jaren staan Caruana (2012), So (2013), l’Ami (2015), Giri (2017) en Praggnanandhaa (2022) op de lijst van winnaars.
Ik vertrek op maandag 27 maart en check rond het middaguur in, op een niet al te druk Schiphol, voor mijn vlucht met Icelandair naar IJsland. Dat is 1 uur en 20 minuten vliegen. Zó kort? Nee natuurlijk niet, maar in IJsland is het, als wij zomertijd hebben, 2 uur vroeger dan in Nederland, dus dat is de eerste winst. Van ongeveer 10 km hoogte zie ik een volledig wit oosten van IJsland, maar langzaam wordt het een minder winterse blik. Dan ben je er nog niet, want IJsland is groter dan menigeen denkt, ongeveer 2,5 keer zo groot als Nederland – met ongeveer 370.000 inwoners; er is dus ruimte zat, maar het grootste deel van het eiland is onbewoonbaar. In ‘Groot-Reykjavík’ wonen ongeveer 200.000 mensen in een nogal uitgestrekt gebied.
Met de comfortabele shuttlebus (Flybus) ga ik van het vliegveld in ongeveer drie kwartier naar de stadsterminal en dan nog een kwartier naar mijn hotel. Dat is voor de tweede keer Hótel Frón aan de belangrijkste winkelstraat in het oude centrum. Een minuut of 10 van de speelzaal Harpa, dat direct aan de baai ligt. Een prachtig gebouw, geopend in 2011, waarin vele culturele evenementen plaatsvinden. Het schaaktoernooi vindt plaats op de begane grond.


Door het tijdverschil wil het maar niet laat worden. Vanwege het altijd ietwat vermoeiende reizen toch maar vroeg te bedde.
Ik neem altijd een extra dag om een beetje rond te kijken en te acclimatiseren. Net als vorig jaar neem ik op deze vrije dag de bus naar een westelijk punt waar een prachtig golfbaantje ligt, en iets verderop een mooi gesitueerde vuurtoren. Het is mooi weer, wel koud met veel wind. Prachtige uitzichten.



In de vooravond de openings-party waar ik al weer veel bekenden ontmoet. Er wordt ook wat uitleg gegeven over de regels  van bijvoorbeeld het opnemen van een bye en het verbod op gebruik van telefoon, smartwatches en andere elektronica. Maar het is vooral gezellig. Er hebben zich 401 deelnemers gemeld, een record voor het Reykjavík Open, het was nog nooit boven de 300 gekomen. Iedereen zit in één groep. Onder hen één voormalig VSV-er: Eugène Rebers, onze jeugdkampioen in 1982. In totaal 11 Nederlanders, IM Thomas Willemze heeft van hen de hoogste rating. Geen Nederlandse top deze keer.
Een ‘testpartij’ op bord 3 tegen een oude bekende, een Engelse IM, remise in 5 zetten.



Het echte werk begint op woensdagmiddag 29 maart. Vooraf nog tijd om het IJslands Nationaal Museum te bezoeken. Alles wat gewijd is aan Fischer-Spasski 1972 staat helaas in de opslag. Ik willig het verzoek in om Vasyl Ivanchuk (54), die in hetzelfde hotel verblijft als ik, te begeleiden naar de speelzaal. Op onze korte wandeling kijkt hij steeds om zich heen, al is het niet zo moeilijk: één keer rechts en daarna één keer links. Ik wijs hem op de flat waar Bobby Fischer heeft gewoond en op de fameuze antiquarische boekhandel Bókin waar Fischer vele uren doorbracht. 


De volgende dagen durft ‘Chucky’ alleen en dat gaat goed; ons contact beperkt zich verder tot enkele woorden en elkaar vriendelijk toeknikken. Hij staat eerste op de lijst qua rating. Bij de korte openingsceremonie is ook Friðrik Ólafsson aanwezig, 88 jaar, ik ken hem vanaf 1979. Over hem later meer. Ik speel tegen een Canadees met Chinese roots. In 2015 boekte ik mijn ‘best ever’ resultaat in de eerste ronde: remise tegen ook een Canadees, IM David Cummings (rating 2345). Mijn startronden zijn deze keer bijzonder ‘intercontinentaal’: na de Canadees speel ik tegen een Indiër en een Australiër. Ik verlies de eerste ronde onnodig van Qiu Xie, zonder FIDE-rating, die een eindscore van 4 uit 9 behaalt. Op de 27e zet zie ik wel een mooie afwikkeling maar het vervolg is me niet helemaal duidelijk zodat ik die kans laat lopen. Helaas verlies ik daarna snel terrein. 0 uit 1. 
Donderdag merk ik dat het Elo-gemiddelde in de ontbijtzaal van mijn hotel niet slecht is. Naast Ivanchuk in elk geval ook Grandelius, Gupta, Tari, Fier en Williams. Allen heb ik eerder ontmoet. Vandaag twee ronden. Een speeldag met twee ronden is bij velen weinig populair. We krijgen nu twee van deze dagen voor de kiezen, de meeste deelnemers kiezen dan voor één of twee byes. De eerste keer speel ik dapper beide ronden. Mijn tegenstander uit India heeft een veel lagere rating, maar hij eindigt net als ik op 3,5 punt. Met de witte stukken krijg ik een groot overwicht maar ‘Rao’ verdedigt zich taai. Ongetwijfeld heb ik hier meer uit kunnen halen maar in de eindstelling sta ik zeker niet beter en ik neem het remiseaanbod aan. 0,5 uit 2 en mijn eerste 8 ratingpunten verdampt. ’s Middags moet het beter gaan. Weer een tegenstander met een veel lagere rating. Achteraf vertelt hij in zijn jeugd veel te hebben gespeeld maar daarna nauwelijks meer. Ik verlies waarschijnlijk door te aarzelend spel en heb de pech dat er na een grote afwikkeling een toevalligheid in het voordeel van mijn Canadese tegenstander zit, die dit ook niet vooruit heeft gezien. Het blijkt zijn enige overwinning in het toernooi te zijn. Het wordt een beetje pijnlijk: 0,5 uit 3 en nu al 24 ratingpunten verloren.
Vrijdag 31 maart zouden we een privébezoek aan het ‘Fischersetur’ in Selfoss brengen, zo’n 60 km buiten Reykjavík. We zouden gaan met Friðrik, zijn dochter Bergljot, Øystein Brekke, diens vrouw Solveig en ik. Friðrik belt af in verband met een andere verplichting waar hij niet onderuit kan. Een 88-jarige kan het nog steeds druk hebben. Morgen dan maar. Tijd om met Øystein en Solveig naar ‘FlyOver Iceland’ te gaan. Een moderne versie van het Omniversum. We hebben vooraf onze twijfels maar het is werkelijk spectaculair. Voor een korte impressie: zie de trailer op https://www.flyovericeland.com . De middagronde boek ik ‘eindelijk’ mijn eerste overwinning, tegen de sympathieke IJslandse Eyrún Eva, pech dat zij nog geen FIDE-rating heeft, dus die telt voor de rating niet mee. Maar het tamelijk geruisloos binnengeharkte punt is wel welkom. 1,5 uit 4.
Als toetje krijgen we ’s avonds nog de ‘beroemde’ pubquiz. In 2015 kwamen onverwacht Magnus Carlsen en Jon Ludvig Hammer de zaal in en zij wonnen met overmacht. Magnus wist bijna alles. Ik heb vaak meegedaan in telkens verschillende teams, meestal met redelijk succes maar altijd ver van de winnaars. Deze keer drie Noren onder wie Jon Olav Fivelstad die al jaren kamers verhuurt in ‘Butterfly Guesthouse’. Ik heb daar vaak onderdak geboekt maar de laatste jaren verhuurt hij de kamers alleen voor langdurig verblijf. Jammer, het was er altijd gezellig met allemaal schakers. De 30 vragen staan onder ‘news’ op de toernooisite, eerst zonder en daarna met antwoorden. Wij scoren 21 uit 30, de IJslandse winnaars maar liefst 28,5. Wij struikelen vooral over vragen betreffende nieuwe media. Het bier smaakt er niet minder om.



Zaterdag 1 april de tweede dag met een dubbele ronde. De ochtendsessie sla ik over (door de bye kom ik zowaar 2 uit 5 …) want dan gaan we wel op stap. Gelukkig passen we met zijn vijven in de auto, de dames voorin met Bergljot als bekwame chauffeur en de drie niet zo kleine heren Friðrik, Øystein en ik op de achterbank. De bergpas Hellisheiði is goed berijdbaar; wat sneeuw op de hellingen en hier en daar wat stoom uit de grond. We passseren een enorme geothermische energiecentrale. Ook in een stadje verderop borrelt er heet water op waarmee kassen worden verwarmd zodat IJsland zelf bananen en dergelijke teelt! We worden hartelijk ontvangen in ‘Fischersetur’, het Bobby Fischer Center. Door de ontvangst zelf (ik had manager Aldís Sigfúsdottir vorig jaar ook ontmoet) en allerlei verhalen uit de IJslandse schaakgeschiedenis wordt dit voor mij de mooiste dag van de reis.

Het ‘reisgezelschap’: naast mij v.l.n.r. Øystein, Solveig, Aldis, Friðrik en Bergljot.

Actie in Fischersetur.


Bobby Fischer wilde niet in Reykjavík worden begraven. Zijn graf is vlak bij Selfoss in het onooglijke Laugardælir. Ik was er al eerder geweest, zowel in de sneeuw als op een prachtige zonovergoten dag, nu stond het er nogal troosteloos bij.


Er is een plan geweest het kerkje bij de begraafplaats in te richten als Fischermuseum maar dat was toch een brug te ver. Daarna heeft een particulier initiatief ruim support gekregen om het Fischercentrum te vestigen in een voormalig bankgebouw in Selfoss. 
Met een lunchstop onderweg rijden we terug naar Reykjavík waar ik word afgeleverd bij Harpa, op tijd om de middagronde te spelen. Ik tref mijn tweede Canadees, met deze keer een veel hogere rating dan ikzelf. Hij spreekt behoorlijk Nederlands, hij is wiskundige, tijdelijk bij de universiteit van Gent. Hij begint weinig ambitieus met b3 maar rolt me toch in 32 zetjes op. 2 uit 6, slik. 
Op naar de zondag, 2 april. Voorafgaand aan de 7e ronde  presenteert Øystein Brekke het boek ‘The Chess Saga of Friðrik Ólafsson’, dat hij samen met de hoofdpersoon tot stand bracht. Hierbij ontmoet ik ook weer Guðmundur Þórarinsson (de hoofdorganisator van Spasski-Fischer 1972) en Einar Einarsson, die tientallen jaren bestuurder in IJsland en Europa is geweest en een belangrijke rol heeft gespeeld bij het verlenen van het staatsburgerschap aan Fischer. Een aantal feiten over Friðrik wil ik graag noemen. Hij heeft tientallen klassieke partijen gespeeld tegen zijn vriend én eeuwige uit de noordelijke landen Bent Larsen. Larsen heeft een grotere bekendheid verworven, maar alles bijeen behaalde Friðrik een +2 score. Ook in vele rapidpartijen was hij hem de baas, eveneens met +2. Ólafsson heeft meerdere overwinningen geboekt op grootheden als Tal, Petrosian, Fischer en Karpov. Hij heeft sterke toernooien gewonnen en interzonale en kandidatentoernooien gespeeld. Voor de ontwikkeling van het schaken in IJsland kan zijn rol niet worden overschat. In de eerste plaats door zijn resultaten, al in de tijd dat het schaken volkomen werd gedomineerd door het Sovjet-blok, maar bijvoorbeeld ook door zijn invloed bij het gunnen van de WK-‘match aller tijden’ Spasski-Fischer aan IJsland. Friðrik Ólafsson heeft veel in Nederland gespeeld, ook nog ná zijn FIDE-presidentschap na Euwe, van 1978 tot en met 1982. Het boek is zeer lezenswaardig, met een schat aan partijen. Friðrik doet nu nog onderzoek naar de oorsprong van het schaken! Ik beschouw het als een groot voorrecht hem vanaf 1979 te kennen, toen ik zelf op het FIDE-kantoor werkte, en hem sindsdien vaak te hebben ontmoet. Ik hoop dit nog vaak te kunnen herhalen. 



Op naar de toernooizaal. Ingedeeld tegen een 20-jarige Noor met een erg lage rating. Ik weet donders goed dat dit weinig zegt als zo’n rating gebaseerd is op een klein aantal partijen. Opnieuw maak ik het mezelf moeilijk door zelf een van mijn lopers te degraderen tot ‘grote pion’. Op de 13e zet offert mijn tegenstander een stuk voor een koningsaanval. Ik kan het afweren maar in dit toernooi zag ik gewoon te weinig. Zelfs op het eind is er nog redding mogelijk, zelfs meer dan dat. Maar niet dus en nu 2 uit 7 met een gruwelijk ratingverlies. Het snelschaaktoernooi laat ik wijselijk aan me voorbij gaan. Winnaar is de voormalig jeugdwereldkampioen Aryan Tari uit Noorwegen.
De volgende ochtend is er nog ruim voldoende tijd voor een stadswandeling. Ik ga altijd even naar de 74,5 meter hoge Hallgrímskirkja. Bij mooi weer is het uitzicht vanuit de toren grandioos, nu is het bewolkt, maar een grote verrassing is dat de organist speelt op het enorme orgel, 15 meter hoog met 5275 orgelpijpen. De akoestiek en de sfeer zijn heel bijzonder.



Het einde van het toernooi komt in zicht. Een goede score kan ik niet meer halen. In de 8e ronde speel ik een futloze remise tegen een jonge IJslander: 2,5 uit 8. Leuker is het afscheidsetentje met Øystein die morgen vertrekt. Thais eten in IJsland, de reden is dat Bobby Fischer hier regelmatig kwam. Het eten is lekker, een nagerecht is er niet en als we dan maar om koffie vragen wordt heel eerlijk gezegd: “We have only bad coffee.” Dan maar niet, een paar deuren verder nemen we nog een nagerecht mét goede koffie. 
De slotronde begint om 11.00 ’s morgens. Dit wordt nog wel een aardig partijtje, hoewel gemakkelijk, tegen een 19-jarige IJslander. Lang kan ik niet veel doen maar gelukkig weet hij geen raad met zijn goede stelling. Ik win hiermee 2,2 ratingpunten terug, maar mijn totale verlies is desastreus. Oorzaak: gewoon slecht gespeeld, veel afleiding dus weinig focus. Geen excuses, eigen schuld. Toch een fantastische week, en 3,5 punt klinkt nog niet eens zo heel slecht. Nils Grandelius wint het toernooi na een indrukwekkende slotserie. Hij krijgt de trofee overhandigd in het mooie stadhuis. Daar neem ik ook afscheid van Gunnar Björnsson en zijn vrouw Andrea. Zij proberen me ervan te overtuigen volgend jaar gewoon weer terug te komen …
Woensdag 5 april het niet erg comfortabele slot, de vlucht naar Schiphol vertrekt om 7:40 uur, maar dan moet je vooraf dus nog de shuttlebus nemen waarvoor je om 4:00 uur klaar moet staan. Dat nemen we dan maar voor lief …

11 april 2023
Geschreven op 16 april 2023.

Reacties

Reageren kan enkel als je ingelogd bent.

Nieuws

29/06 | Jan Dijkhuizen is Clubkampioen van Velp 2023-24

29/06 | Dion Vaessen is Jeugdkampioen van Velp 2023-24

29/06 | Christiaan Dieperink is Bughouse Kampioen 2023-24

29/06 | Jan Dijkhuizen is Rapidkampioen 2023-24

05/05 | Aankondiging GP Jeugdtoernooi Velp op zondag 26 mei

Kalender

« Dec, 2024 »
madiwodovrzazo
1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

11

12

13

14

15

16

17

18

19

20

21

22

23

24

25

26

27

28

29

30

31


Komende agendapunten:

27/12: Schaakschool GEEN SCHAKEN - Vakantie van 15:15u tot 20:00u

27/12: Algemeen GEEN SCHAKEN - Vakantie van 20:00u tot 23:30u

03/01: Schaakschool GEEN SCHAKEN - Vakantie van 18:15u tot 20:00u

Puzzel