Interne Competitie P1 R10
Ondanks dat de Eiberstraat geheel opengebroken is wist een aantal schakers de weg naar de Paperclip probleemloos te vinden. Zolang het droog weer is kan via de twee provisorische wegen prima naar de schaakzaal worden gekomen. En met de spanning van het wereldkampioenschap tussen Carlsen en Karjakin op de achtergrond wanen de schakers van de Velpse Schaakvereniging zich bij aanvang van de wedstrijd ook echte kampioenen.
Daar komt pas verandering in als blijkt dat die tegenstander ook best goed is en zich niet zo maar gewonnen gaat geven. Op bord 1 leken Hans van Capelleveen en Eric de Winter letterlijk een van de partijen van het wereldkampioenschap te gaan na spelen. Bij zet 5 werd door zwart al gerokeerd maar de grote lijnen zijn dan al neergezet en de heren spelen hun eerste 15 zetten als grootmeesters.
Brent van Dusseldorp speelde met wit tegen Lazlo van Kuijk zijn huisopening. Daarin kwam hij goed te staan en door een aftrekaanval op de dame van Lazlo wist hij een mat in het één te creëren. Lazlo, tactisch ook niet de minste, offerde een loper met een schaakje en haalde met zijn dame een pion op in de vijandelijke koningsstelling. Later in de partij wist Lazlo het verschil verder terug te brengen tot een toren degen twee lichte stukken. Toen werd Brent wakker. Dit Kuijken zou zich niet zo maar laten verschalken. De stukken kregen de juiste velden en de druk op de koning van Lazlo nam toe. En zo trok Brent toch de partij naar zich toe om een toppositie te blijven behouden.
Het oudste Kuijken, Julian, speelde met zwart tegen Paul Stoffer. Deze twee tactische kanonnen gingen meteen vol in de confrontatie. Een pionnetje meer of minder; dat bomt niet. Ten aanval! is het motto van de dag. Optisch zag het er na een zet of tien best goed uit voor Julian. Op de plek waar ooit zijn toren stond, liep nu een wit paard. En hij was nog niet gerokeerd.. Maar het centrum stond vol met batterijen zwarte stukken. Paul bleef koel en bleef geduldig. En toen de storm was uitgeraasd en de rook was opgetrokken bleken er toch wel veel zwarte stukken minder op het bord te staan dan gedacht.. Paul won.
Het jongste Kuijken, Vadim, speelde met de witte poppen tegen Jan van Galen. Jan, die slechts 74 jaar ouder is en daarmee iets meer ervaring heeft, zag al snel dat hij met de dame de witte stelling in kon om daar 2 pionnen te roven. Maar Vadim gaf geen krimp. Hij ontwikkelde lekker door, bracht wat combi's in de stelling en wist uiteindelijk in het middenspel de dame van Jan te winnen. "Oeps" verzuchtte Jan. Maar hij gaf niet in een opwelling op. Hij zag zijn vrijpion op a4 en dacht: "Dat kan ook een dame worden!" Ondersteund door loper en toren bleek de pion op a2 er te gaan komen. Vadim probeerde nog wat, maar het was onoverkoombaar. Dus gaf hij op.
Het goudhaantje van de Kuijken-familie, André, mocht het met wit opnemen tegen Walter Manschot. In een gesloten stelling werd hier en daar eens een stuk afgeruild maar het ging toch eigenlijk wel gelijk op. Dat is ook wel een opgave om te zien dat je kroost mooie dingen, maar ook minder mooie dingen doet. Hoe hou je je zelf geconcentreerd voor je eigen partij? Echt een opgave. En zo gebeurde het dat André een stuk weggaf in het middenspel. Het eindspel geloofde hij wel. Met zijn opgave kukeldekukelt André naar de laagste plaats op de ranglijst van de Van Kuijk dynastie. Daar laat André het vast niet bij zitten..
Erika Belle speelde met wit tegen Jan Stuut. Een zware loting voor Jan, maar daar zit hij gelukkig niet mee. Jan wil graag leren, en van een Nederlands Kampioene Schaken kun je veel leren. Wit had in het middenspel het betere van het spel. De sterk bezette d-lijn werd een doorslaggevend wapen. Jan nam zijn tijd en trachtte er steeds met zo weinig mogelijk kleerscheuren uit te komen. Uiteindelijk trok Erika aan het langste eind en nam Jan de complimenten van Erika dankbaar in ontvangst.
Die grootmeesters aan bord 1 volgden grotendeels een lijn van best mogelijke zetten. Eric had zijn paard omgespeeld naar de koningsvleugel om daar met zekerheid een paard op f4 te krijgen. Hans, die het spelbeeld kent met verwisselde kleuren, speelt simpel g3 om dat te voorkomen. Terwijl wit de positie op de e-lijn verstevigt, pakt wit de a-lijn. Wit kan het centrum eenvoudig gesloten houden en heil zoeken achter de zwarte linies. De beslissende fout van zwart lijkt Lc7 te zijn. Hans speelt Dd5 met het plan deze naar h5 te spelen. Eric denkt met De6 de dame te kunnen afruilen, maar dit geeft Hans de kans direct de partij naar zich toe te trekken met dxc5. In plaats daarvan vervolgt Hans zijn plan. Eric heeft inmiddels een half uur tijd meer gebruikt dat zijn tegenstander en ziet de dreiging van Dh5. Onder tijdnood speelt hij zijn paard van g6 om naar f6 (Via f8 en h7) Dit maakt echter dat Hans een stuk wint. De toren op a6 pent eerst een pion en daarna de loper. Eric gelooft na afruil van de dames het verder wel. Met een paard en pion meer heeft Hans voldoende voor de winst. Dat zet hem meteen op plaats 1 van de ranglijst.. Dat is voor Hans heel lang geleden dat hij daar stond. Hoe lang kan hij daarvan genieten?
Daar komt pas verandering in als blijkt dat die tegenstander ook best goed is en zich niet zo maar gewonnen gaat geven. Op bord 1 leken Hans van Capelleveen en Eric de Winter letterlijk een van de partijen van het wereldkampioenschap te gaan na spelen. Bij zet 5 werd door zwart al gerokeerd maar de grote lijnen zijn dan al neergezet en de heren spelen hun eerste 15 zetten als grootmeesters.
Brent van Dusseldorp speelde met wit tegen Lazlo van Kuijk zijn huisopening. Daarin kwam hij goed te staan en door een aftrekaanval op de dame van Lazlo wist hij een mat in het één te creëren. Lazlo, tactisch ook niet de minste, offerde een loper met een schaakje en haalde met zijn dame een pion op in de vijandelijke koningsstelling. Later in de partij wist Lazlo het verschil verder terug te brengen tot een toren degen twee lichte stukken. Toen werd Brent wakker. Dit Kuijken zou zich niet zo maar laten verschalken. De stukken kregen de juiste velden en de druk op de koning van Lazlo nam toe. En zo trok Brent toch de partij naar zich toe om een toppositie te blijven behouden.
Het oudste Kuijken, Julian, speelde met zwart tegen Paul Stoffer. Deze twee tactische kanonnen gingen meteen vol in de confrontatie. Een pionnetje meer of minder; dat bomt niet. Ten aanval! is het motto van de dag. Optisch zag het er na een zet of tien best goed uit voor Julian. Op de plek waar ooit zijn toren stond, liep nu een wit paard. En hij was nog niet gerokeerd.. Maar het centrum stond vol met batterijen zwarte stukken. Paul bleef koel en bleef geduldig. En toen de storm was uitgeraasd en de rook was opgetrokken bleken er toch wel veel zwarte stukken minder op het bord te staan dan gedacht.. Paul won.
Het jongste Kuijken, Vadim, speelde met de witte poppen tegen Jan van Galen. Jan, die slechts 74 jaar ouder is en daarmee iets meer ervaring heeft, zag al snel dat hij met de dame de witte stelling in kon om daar 2 pionnen te roven. Maar Vadim gaf geen krimp. Hij ontwikkelde lekker door, bracht wat combi's in de stelling en wist uiteindelijk in het middenspel de dame van Jan te winnen. "Oeps" verzuchtte Jan. Maar hij gaf niet in een opwelling op. Hij zag zijn vrijpion op a4 en dacht: "Dat kan ook een dame worden!" Ondersteund door loper en toren bleek de pion op a2 er te gaan komen. Vadim probeerde nog wat, maar het was onoverkoombaar. Dus gaf hij op.
Het goudhaantje van de Kuijken-familie, André, mocht het met wit opnemen tegen Walter Manschot. In een gesloten stelling werd hier en daar eens een stuk afgeruild maar het ging toch eigenlijk wel gelijk op. Dat is ook wel een opgave om te zien dat je kroost mooie dingen, maar ook minder mooie dingen doet. Hoe hou je je zelf geconcentreerd voor je eigen partij? Echt een opgave. En zo gebeurde het dat André een stuk weggaf in het middenspel. Het eindspel geloofde hij wel. Met zijn opgave kukeldekukelt André naar de laagste plaats op de ranglijst van de Van Kuijk dynastie. Daar laat André het vast niet bij zitten..
Erika Belle speelde met wit tegen Jan Stuut. Een zware loting voor Jan, maar daar zit hij gelukkig niet mee. Jan wil graag leren, en van een Nederlands Kampioene Schaken kun je veel leren. Wit had in het middenspel het betere van het spel. De sterk bezette d-lijn werd een doorslaggevend wapen. Jan nam zijn tijd en trachtte er steeds met zo weinig mogelijk kleerscheuren uit te komen. Uiteindelijk trok Erika aan het langste eind en nam Jan de complimenten van Erika dankbaar in ontvangst.
Die grootmeesters aan bord 1 volgden grotendeels een lijn van best mogelijke zetten. Eric had zijn paard omgespeeld naar de koningsvleugel om daar met zekerheid een paard op f4 te krijgen. Hans, die het spelbeeld kent met verwisselde kleuren, speelt simpel g3 om dat te voorkomen. Terwijl wit de positie op de e-lijn verstevigt, pakt wit de a-lijn. Wit kan het centrum eenvoudig gesloten houden en heil zoeken achter de zwarte linies. De beslissende fout van zwart lijkt Lc7 te zijn. Hans speelt Dd5 met het plan deze naar h5 te spelen. Eric denkt met De6 de dame te kunnen afruilen, maar dit geeft Hans de kans direct de partij naar zich toe te trekken met dxc5. In plaats daarvan vervolgt Hans zijn plan. Eric heeft inmiddels een half uur tijd meer gebruikt dat zijn tegenstander en ziet de dreiging van Dh5. Onder tijdnood speelt hij zijn paard van g6 om naar f6 (Via f8 en h7) Dit maakt echter dat Hans een stuk wint. De toren op a6 pent eerst een pion en daarna de loper. Eric gelooft na afruil van de dames het verder wel. Met een paard en pion meer heeft Hans voldoende voor de winst. Dat zet hem meteen op plaats 1 van de ranglijst.. Dat is voor Hans heel lang geleden dat hij daar stond. Hoe lang kan hij daarvan genieten?
Geschreven op 26 november 2016.
Reacties
Reageren kan enkel als je ingelogd bent.Nieuws
29/06 | Jan Dijkhuizen is Clubkampioen van Velp 2023-24
29/06 | Dion Vaessen is Jeugdkampioen van Velp 2023-24
29/06 | Christiaan Dieperink is Bughouse Kampioen 2023-24
29/06 | Jan Dijkhuizen is Rapidkampioen 2023-24
05/05 | Aankondiging GP Jeugdtoernooi Velp op zondag 26 mei